De Geschiedenis van Vlaanderen komt weldra in boekvorm uit. Daarom zijn de 36 delen offline gehaald op vraag van de auteur.
Ik zal proberen een alternatief te bieden, weliswaar in een ander kleedje gegoten.
De Geschiedenis van Vlaanderen loopt van de Romeinse tijd tot het eind van de 14de eeuw wanneer Vlaanderen verdwijnt als zelfstandige staat.
Na deze periode is Vlaanderen achtereenvolgens onder Bourgondische, Habsburgse, Spaanse, Oostenrijkse en Franse bewinden gevallen om in 1830 als Belgisch Vlaanderen te eindigen.

Deze verschillende perioden worden hier uitvoerig besproken.

donderdag 1 maart 2012

Lodewijk de Vrome

Louis Ier le Pieux ou le Débonnaire.jpg


Lodewijk de Vrome (Chasseneuil bij Poitiers, 11 april 778 - Ingelheim am Rhein, 20 juni 840), ook wel de Eerlijke en de Joviale, was de Koning van Aquitanië vanaf 781. Hij was ook Koning der Franken en co-keizer (als Lodewijk I) met zijn vader, Karel de Grote, vanaf 813. Als de enige overlevende volwassen zoon van Karel de Grote en Hildegard, werd hij de enige heerser der Franken na de dood van zijn vader in 814, een positie die hij bekleedde tot zijn dood, met uitzondering van de periode 833-834, waarin hij werd afgezet.
Tijdens zijn bewind in Aquitanië werd Lodewijk belast met de verdediging van de zuidwestelijke grens van het rijk. Hij veroverde Barcelona van de moslims in 801 en deed Frankische autoriteit gelden over Pamplona en de Basken ten zuiden van de Pyreneeën in 812. Als keizer nam hij zijn volwassen zonen - Lotharius I, Pepijn I van Aquitanië en Lodewijk de Duitser - op in de regering en zocht naar een geschikte verdeling van het rijk tussen hen. Het eerste decennium van zijn bewind werd gekenmerkt door verschillende tragedies en vernederingen, met name de brutale behandeling van zijn neef Bernard van Italië, waarmee hij zich verzoende in een publieke act van zelfvernedering. In de jaren 830 werd zijn rijk verscheurd door een burgeroorlog tussen zijn zonen, alleen verergerd door pogingen van Lodewijk om zijn zoon Karel de Kale te omvatten in zijn opvolgingsplannen. Hoewel zijn bewind eindigde op een hoge noot, met orde grotendeels hersteld, werd het gevolgd door drie jaren burgeroorlog. Lodewijk wordt over het algemeen ongunstig vergeleken tegenover zijn vader, maar de problemen die hij confronteerde waren van een ander soort.

Lodewijk de Vrome

Terwijl Karel de Grote in Noord-Spanje op veldtocht was, beviel zijn vrouw Hildegard, hetzij op 11 april, hetzij in juni/augustus 778 in de palts van Chasseneuil bij Poitiers van een tweeling. Na Karels terugkeer werden ze als Lodewijk en Lothar gedoopt. De Karolingische koningsnamen Karel, Karloman en Pepijn waren reeds aan Karels eerder geboren zonen vergeven, zodat men besloot terug te grijpen naar deze van de belangrijkste Merovingische koningen Chlodowech I oftewel Clovis, en Chlotarius I. De kleine Lothar stierf reeds in 779, maar Lodewijk overleefde.

File:Charlemagne et Louis le Pieux.jpg
Karel de Grote kroont Lodewijk de Vrome tot koning

Ten tijde van de geboorte van Lodewijk begon Karel de Grote een politiek van decentralisatie van bestuur en militair bevel vorm te geven. Doel daarvan was om in alle strategische grensgebieden een permanent aanwezige macht te hebben, onafhankelijk van de verblijfplaats van Karel zelf. Hiertoe creëerde Karel koninkrijken voor zijn zoons, die daar moesten gaan wonen en het bestuur en het militaire bevel op zich moesten nemen. Lodewijk, drie jaar oud, werd in 781 koning van Aquitanië en daarmee belast met de confrontatie met de Arabieren in Spanje, onder regentschap van een hofhouding van ervaren hovelingen, bestuurders en bevelhebbers, die zijn taken voor hem waarnamen.
Lodewijk ontving als kind goed onderwijs, hij sprak vloeiend Latijn en beheerste ook Grieks. Hij werd verder opgevoed volgens de gewoonten en wetten van Aquitanië.
In 797 verwierf Lodewijk Barcelona nadat de Arabische gouverneur van die stad in opstand was gekomen en toen zijn opstand mislukte de stad liever aan de Franken overdroeg. In 799 ging Barcelona verloren maar in 800 leidde Lodewijk met Willem met de Hoorn en zijn zoon Bera, een leger van Aquitaniërs, Basken, Visigoten (uit Septimanië en de Provence) en belegerde Barcelona, de stad valt uiteindelijk in 801. Hiermee ontstond de Spaanse Mark.
In 806 regelde Karel de Grote zijn erfenis. Volgens deze verdeling zou Karel de jongere vermoedelijk koning worden boven zijn broers en kreeg hij de kern van het rijk, Pepijn kreeg Italië en delen van Zuid-Duitsland en Lodewijk kreeg Aquitanië, een deel van Bourgondië en de Provence.
In 812 bedwong Lodewijk een Baskische opstand. Hij ging voor zijn vader minstens een keer op campagne tegen Benevento in Zuid-Italië.

Door de dood van zijn beide oudere broers, Pepijn en Karel de Jongere, was Lodewijk de enige overgebleven erfgenaam. Op 11 september 813 kwamen de rijksgroten te Aken bijeen en waren getuige van de feestelijke verheffing van de zoon van Karel de Grote tot mederegent en exclusieve erfgenaam van het Rijk, met de daaraan verbonden konings- en keizerstitels. In 814 werd Lodewijk koning van de Franken als opvolger van zijn vader. Hij regeerde vrijwel het gehele rijk zelf, alleen Italië heeft met Bernard, een zoon van Pepijn, nog een eigen koning.
Het beleid van Lodewijk werd sterk bepaald door de invloed van zijn hovelingen (waaronder veel van zijn vertrouwelingen uit Aquitanië) en zijn echtgenotes. Hij begon een intensieve periode van wetgeving en staatkundige en kerkelijke hervorming. Lodewijk verplichtte alle kloosters de leefregels van Benedictus te volgen en hij moderniseerde de rechtspraak. Hij stuurde al zijn ongetrouwde (half)zusters naar het klooster om zo machtsvorming rondom toekomstige zwagers bij voorbaat te voorkomen. Zijn onwettige halfbroers liet hij met rust maar zijn neven (behalve Bernard) dwong hij ook om in het klooster te treden, hoewel die juist bijzonder trouw waren geweest. Zijn belangrijkste raadslieden waren graaf Bernard van Septimanië en Ebbo, de zoon van zijn min en dus een soort broer, die hij in 816 aartsbisschop van Reims werd. Hij hield ook ministers van zijn vader zoals Elisachar (abt van St Maximin te Trier) en Hildebold (aartsbisschop van Keulen) aan. In 815 maakte hij zijn zoons, Lotharius en Pepijn respectievelijk gouverneur van Beieren en gouverneur van Aquitanië. In 816 tenslotte werd Lodewijk door paus Stephanus, te Reims, tot keizer van het Westen gekroond.
Stephen IV.jpg



Bernard van Septimanië

In 826/827 viel emir Abd-er-Rahman II van Córdoba Barcelona aan. Hoewel het hof van Lodewijk een leger, onder leiding van Hugo van Tours en Matfried van Orléans, stuurde om de graaf van Barcelona bij te staan, moest deze de aanval zelf weten af te slaan omdat de legeraanvoerders te lang talmden hem te hulp te komen. Zij werden daarvoor door Lodewijk de Vrome bestraft. Bernard werd een naaste raadgever van de keizer en vooral van zijn vrouw Judith. Daarmee kreeg hij een sleutelrol in de strijd tussen enerzijds de oudere zoons van Lodewijk -vooral Lotharius- tegenover Judith en haar zoontje Karel anderzijds.
In 829 werd in Worms besloten aan Karel, die toen slechts zeven jaar oud was, een deel van het rijk toe te kennen. Bernard werd benoemd als kamerling. De tegenpartij, met leidsman Wala van Corbie, reageerde met een grootscheepse lastercampagne tegen Bernard en Judith. Zij werd beschuldigd van overspel, hekserij en zelfs van plannen de keizer te vermoorden.
In 830 kwamen de andere zoons Lotharius I, Lodewijk de Duitser en Pepijn van Aquitanië in opstand om hun vader 'te bevrijden' van de slechte vrouw aan zijn zijde. Er ontstond een burgeroorlog met wisselende partijen. Zo wist Bernard, die zich teruggetrokken had in Barcelona, Pepijn van Aquitanië te overreden tegen Lotharius in opstand te komen. Deze antwoordde onder andere met een beleg van Chalons waar hij Gauzhelm en Gerberga, een broer en een zus van Bernard, liet ombrengen; de laatste door haar te beschuldigen van hekserij.
Na de dood van Pepijn van Aquitanië werd dit deelrijk aan Karel de Kale gegeven en deze trachtte ook Bernard -die Pepijns onterfde zoon Pepijn II steunde- voor zich te winnen. Na de slag van 25 juni 841 waarin Lotharius en Pepijn II verslagen werden door Karel en Lodewijk (de Duitser) bewees Bernard zijn trouw aan Karel door hem zijn zoon Willem als gijzelaar geven. Dhuoda schreef naar aanleiding hiervan haar beroemde Handboek waarin zij de ideale opvoeding van een jonge christelijke edelman beschrijft.
De bemoeienissen van Dhuoda mochten niet veel baten. In 850 trachtte Willem, met steun van de Robertijnen, Barcelona terug in handen te krijgen. Hij werd, net als zijn vader voorheen, daarvoor door Karel terechtgesteld.

Opstanden en conflicten
Conflicten tussen Lodewijk en zijn zoons, en tussen de zoons onderling, worden hieronder apart behandeld.
  • 815: een opstand van de hertog van Gascogne, maar die werd verslagen en vervangen door Wolf III Centullus van Gascogne, die in 818 op zijn beurt zou worden vervangen
  • 816: een opstand van de Sorben en de Obodriten wordt voor een paar jaar onderdrukt.
  • 817: Vikingen plunderden langs de Elbe
  • 818: onderwerping van Bretagne. Vikingen plunderden langs de Loire
  • 820: campagne tegen de Arabieren in Spanje loopt op niets uit omdat de verantwoordelijke edelen (o.a. Hugo van Tours) de expeditie traineerden. Meerdere jaren van campagnes (samen met de Dalmatiërs) tegen de Kroaten hebben een wisselend succes, maar uiteindelijk werden de Kroaten verslagen. Vikingen plunderen in Vlaanderen.
  • 822: Lodewijk begint uit politieke overwegingen de zendingsarbeid onder de Denen. Lodewijk maakt de paus weer meer afhankelijk van de keizer.
  • 824: Lodewijk onderwierp Bulgaarse stammen in de Pannonische laagvlakte
  • 827: Lodewijk verloor Pannonie aan de Bulgaren. Moren belegeren Barcelona
  • 832: Moren hielden plundertochten tot bij Marseille en in het Rhônedal
Vikingen. (zie extra pagina)

De Vikingen of Noormannen waren (en hun nakomelingen zijn) Scandinavische bewoners van Zuid-Noorwegen, Zweden en Denemarken. In veel gevallen wordt onderscheid gemaakt tussen beide termen, waarbij de term Noormannen staat voor de gehele bevolkingsgroep, terwijl met de term Vikingen slechts het zeevarende deel van die groep wordt bedoeld dat vanuit Scandinavië Europa introk. De huidige Denen, Zweden, Noren en IJslanders zijn grotendeels directe nakomelingen van de Noormannen.


Kaart van de Vikinggebieden en expedities

Over de oorsprong van het woord 'Viking' zijn al tal van theorieën geponeerd door wetenschappers. Zo zou het woord afkomstig zijn van het woord 'víc' /wi:k/, dat vertaald wordt als fjord, baai, rover of handelaar. Volgens sommige theorieën zou met Víc (Vík) specifiek het stuk zee tussen het zuiden van Noorwegen en het zuiden van Zweden, waarvan het grootste deel tot het huidige Skagerrak behoort, worden aangeduid. Ook wordt het woord in verband gebracht met West-Noorse termen die gebruikt werden tegen het einde van de Vikingperiode: vikingr en viking betekenen zoveel als 'iemand die op zee vecht', 'rover',of 'oorlog op zee'.

Ordinatio Imperii

Tijdens een kerkelijke feestdag in 817 in Aken, stortte een houten loopbrug tussen het paleis en de kerk in. Ook Lodewijk was op die loopbrug aanwezig maar bleef ongedeerd, hoewel er veel slachtoffers vielen. Deze gebeurtenis was voor Lodewijk een van de redenen om zijn opvolging te regelen. In het document Ordinatio Imperii benoemde hij zijn oudste zoon Lotharius tot eerste erfgenaam en medekeizer en zijn andere zoons Pepijn (Aquitanië, Gascogne, Toulouse, Carcassonne, Autun, Avallon, Nevers) en Lodewijk (Beieren en aanliggende marken) en hun neef Bernard (Italië) tot onder-koningen. Hij probeerde hiermee te bereiken dat de eenheid van zijn rijk na zijn eventueel overlijden zou worden bewaard en dat zo een burgeroorlog zou kunnen worden voorkomen. In feite heeft Lodewijk door de benoeming van koningen in grensgebieden met sterke tegenstanders teruggegrepen op de staatsinrichting van Karel de Grote :
  • Pepijn tegen de Arabieren in Spanje
  • Bernard tegen de Arabieren en het Byzantijnse Rijk in Italië
  • Lodewijk tegen de Avaren en andere volken uit Oost-Europa
Oorkonde van Lodewijk de Vrome, verleend aan de Sint-Baafsabdij, waarin Lodewijk haar immuniteit bevestigt die ze reeds ontvangen had van Lodewijks vader (in het Stadsmuseum Gent)

Opstand van Bernard

Bernard vond dat zijn positie door de Ordinatio Imperii was verzwakt en was bang dat hij uiteindelijk in een ondergeschikte positie ten opzichte van de zoons van Lodewijk zou worden gedwongen. Aan zijn hof werden wilde plannen gemaakt over een onafhankelijk koninkrijk en hij stuurde troepen om de Alpenpassen te bezetten. Lodewijk trok met zijn leger naar Chalon-sur-Saône en nodigde Bernard uit hem daar te bezoeken. Toen bleek dat een aantal van zijn belangrijke edelen een opstand niet zouden steunen, had Bernard geen keuze dan te gaan en zich uiteindelijk over te geven. Hij werd ter dood veroordeeld, maar daarna begenadigd. Wel werden zijn ogen uitgestoken. Nadat deze straf in Aken onoordeelkundig was uitgevoerd, stierf Bernard alsnog na twee dagen van ondragelijk lijden. Bisschop Theodulf van Orléans, een van de grootste geleerden van het rijk, werd van medeplichtigheid beschuldigd en opgesloten in een klooster, waar hij korte tijd later onder verdachte omstandigheden overleed. Het lot van Bernard en Theodulf bezorgde Lodewijk een groot schuldgevoel, dat hem de rest van zijn leven zou belastten. Hij zou de dood van zijn vrouw in 818 zien als een straf van god, hoewel er ook geruchten waren dat Ermengarde zelf de hand in de dood van Bernard had gehad.
In reactie op de opstand van Bernard dwong Lodewijk zijn halfbroers om toe te treden tot de geestelijkheid. In 822 deed Lodewijk voor zijn hof en voor de paus een publieke schuldbekentenis, waar hij de verantwoordelijkheid voor de dood van Bernard op zich nam. Hij beleed daarbij ook een aantal andere fouten en zonden. Dit was slecht voor zijn prestige onder de edelen. Hij liet zijn neven toen weer uit het klooster en gaf ze weer functies aan het hof.

Crisis (829 - 835)
Judith van Beieren (805-843)
Judith werd als tweede vrouw van Lodewijk gekozen na een soort schoonheidswedstrijd, maar haar belangrijke familieconnecties in Zwaben, Beieren en Saksen zullen ook een rol gespeeld hebben. Zij ontving bij haar huwelijk het klooster San Salvatore bij Brescia. Zij had een grote invloed op het beleid van Lodewijk en speelde steeds een belangrijke rol om de positie van haar zoon Karel te versterken en om hem van bondgenoten en troepen te voorzien. Zij begunstigde vooral de Saksische abdijen; zo bezat de abdij van Corvey nog 700 jaar lang een kostbaar kruis dat Judith had geschonken en werd er tot 1803 ieder jaar "Judithsbrood" uitgedeeld aan de armen.

Op aandringen van zijn tweede echtgenote, Judith, benoemde Lodewijk in 829 hun zoon Karel tot hertog (niet koning, dus formeel geen inbreuk op de Ordinatio Imperii) van Alemannië (Elzas, Zwaben, Raetië en een deel van Bourgondië). Dit ging natuurlijk ten koste van het erfdeel van Lotharius. Op aandrang van Wala, een van de neven van Lodewijk, die weer uit het klooster was gelaten, en andere edelen die waren verdrongen door gunstelingen van Judith, begonnen de broers Lotharius, Pepijn en Lodewijk een opstand tegen hun vader en vooral ook tegen de invloed, die Judith op Lodewijk had. Ebbo en Hildwin steunden de opstand net als een aantal bisschoppen. Bernard van Septimanië, de belangrijkste hoveling en een bondgenoot van Judith, werd beschuldigd van overspel met Judith - hij zou misschien zelfs de vader van Karel zijn.
In 830 overtuigde Wala Pepijn van het gevaar van Bernard van Septimanië. Pepijn trok met een leger naar Parijs en ontmoette met zijn leger Lodewijk de Duitser even ten noorden van Parijs. Lodewijk de Vrome keerde terug van weer een campagne tegen Bretagne (juist begonnen om door een externe vijand te bestrijden de eenheid te bewaren) en ging naar Compiègne. Daar werd hij door Pepijn gevangengenomen. Judith werd in Poitiers gevangengezet en Bernard van Septimanië vluchtte naar Barcelona. Lotharius trok in 831 met een groot leger naar het noorden en riep in Nijmegen een rijksdag bijeen. Maar Lodewijk de Vrome had Pepijn en Lodewijk de Duitser een groter deel in de erfenis beloofd en ook de lokale edelen bleven trouw aan Lodewijk de Vrome. Op de rijksdag moesten de zoons hun vader weer als koning erkennen. Lotharius werd begenadigd maar werd wel naar Italië verbannen. Judith moest een eed zweren dat zij onschuldig was. Wala en andere belangrijke edelen en geestelijken die achter de opstand zaten werden verbannen. Het gebied van Pepijn werd uitgebreid tot aan de Somme. Het gebied van Lodewijk de Duitser werd uitgebreid tot aan de Rijn. Karel kreeg het tussenliggende gebied van de Moezel tot aan de Provence. Lotharius hield alleen Italië over.
In 832 werd Pepijn aan het hof ontboden, waar hij kil werd ontvangen, als gevolg waarvan hij het hof zonder toestemming van zijn vader verliet. Lodewijk de Vrome was bang voor een opstand en stuurde een leger naar Aquitanië. Ondertussen trok Lodewijk de Duitser Schwaben (wat volgens de regeling van 831 binnen zijn gebied viel) binnen met Slavische bondgenoten. Lodewijk de Vrome onderwierp Lodewijk de Duitser bij Augsburg en Pepijn bij Limoges. Hij was zo boos dat hij Pepijn en Lodewijk al hun gebieden ontnam. Vervolgens benoemde hij Karel tot koning van Aquitanië en wees de rest van het keizerrijk aan Lotharius toe. Die koos echter voor een machtsgreep, verbond zich met Pepijn en Lodewijk de Duitser en marcheerde in 833 naar het noorden. De legers van Lodewijk de Vrome aan de ene kant en de drie opstandige broers aan de andere kant, ontmoetten elkaar bij Colmar. Er werd dagenlang onderhandeld maar ondertussen hadden de broers, met hulp van de paus, een deel van het leger van Lodewijk omgekocht of overgehaald om hun kant te kiezen. Lodewijk beval zijn resterende troepen uiteindelijk om niet meer te vechten om een kansloos bloedbad te voorkomen, en werd gevangengenomen en opgesloten in de Sint-Medardusabdij te Soissons. De plaats van de veldslag, die niet doorging, ging de geschiedenis in als het Lügenfeld (niet van leugen, maar van lueg - hinderlaag - die de drie zoons hier tegen hun vader gespannen hadden door zijn soldaten om te kopen). Karel de Kale werd opgesloten in de abdij van Prüm en Judith in Tortona. Lodewijk de Vrome werd door een synode (onder voorzitterschap van Ebbo) in Soissons afgezet en moest te Compiègne een openbare schuldbekentenis doen. Hij werd in Reims symbolisch van de drempel van de kerk verbannen.
Lodewijk de Duitser (inmiddels getrouwd met een zuster van Judith) begon onder invloed van zijn familie en schoonfamilie weer toenadering tot Lodewijk de Vrome te zoeken. Uit boosheid over het gedrag van Lotharius en de vernedering van Lodewijk de Vrome kozen ook steeds meer edelen in Neustrië en Austrasië de kant van Lodewijk de Vrome. Lotharius werd gedwongen om zich terug te trekken op Bourgondië. In 834 wilde Lotharius de situatie van de Ordinatio Imperii van 817 herstellen, waarbij hij als keizer dus boven zijn broers zou staan. Pepijn en Lodewijk waren hier niet van gediend, want zij wilden vasthouden aan de verdeling van 831 (zonder Karel) en als zelfstandige koningen regeren, zij verdreven Lotharius naar Italië en maakten hun vader weer keizer. In 835 verloren de belangrijkste partijgangers van Lotharius hun ambten en een aantal van hen overleed tijdens een epidemie in Italië.
De crisis was voorbij, maar Lodewijk zou de rest van zijn regering voortdurend in conflict blijven met zijn zoons.

De laatste jaren
De laatste jaren van het bewind van Lodewijk werden gekenmerkt door steeds wisselende allianties met zijn zonen, waarbij die geregeld titels en gebieden kregen en weer kwijtraakten. Ook in deze jaren vonden gewapende confrontaties met zijn zoons plaats. De aanvallen van de Vikingen werden heftiger.
  • 836 - Vikingen plunderden Utrecht en Antwerpen.
  • 837 - Vikingen veroverden Nijmegen, maar werden door Lodewijk de Vrome verjaagd. Karel werd tot koning van Alemannië en Bourgondië gekroond. Dit ging vooral ten koste van Lodewijk de Duitser, die prompt in opstand kwam. Lodewijk de Vrome gaf in reactie alle gebieden van Lodewijk de Duitser behalve Beieren aan Karel.
  • 838 - Vrede met de Vikingen. Lodewijk de Vrome beval de bouw van een Noordzee-vloot en stelde gezanten aan voor Friesland. Na het overlijden van Pepijn benoemde Lodewijk Karel ook tot koning van Aquitanië maar de edelen kozen Pepijns zoon: Pepijn II. Lodewijk dreigde met een aanval.
  • 839 - Lodewijk de Duitser viel Schwaben binnen, Pepijn II trok naar de Loire. De Vikingen vielen Friesland binnen en plunderden Dorestad. Lotharius koos door bemiddeling van Judith nu de kant van Lodewijk de Vrome. Pepijn II werd verslagen en onterfd.
  • 840 - Karel werd erkend als koning van Aquitanië. Lodwijk dreef Lodewijk de Duitser terug tot aan de Oostmark. Het keizerrijk werd door Lodewijk opnieuw verdeeld: Karel kreeg Neustrië en Aquitanië, Lodewijk de Duitser kreeg Beieren en de rest van het rijk was voor Lotharius.
Op 20 juni 840 overleed Lodewijk na een ziekte in de palts van Ingelheim, op een eiland in de Rijn. Lodewijk ligt begraven in de abdij van St Arnulph te Metz. Na drie jaar van spanning en strijd zouden zijn zoons uiteindelijk zelf bepalen hoe het rijk werd verdeeld.

Een penning van Lodewijk de Vrome (bron: vHerwijnen)
 
De gebruikelijke munteenheid was de denier, ook wel Penning genoemd. De voorkant laat meestal een kruis zien, de achterkant een tempeltje. De zilveren denier (denarius) is al tijdens de Romeinse Republiek, dat wil zeggen, vanaf 223 v.Chr., in gebruik geweest. De ondergang van het West-Romeinse Rijk in 476 betekende ook het verdwijnen van de denarius. De vader van Lodewijk, Karel de Grote herintroduceerde de penning. De muntslag van Lodewijk de Vrome vond onder andere plaats in Utrecht, Dorestad en mogelijk Deventer.

Huwelijken en kinderen
In zijn eerste huwelijk (795) was Lodewijk getrouwd met Irmingard. Ze hadden een goed huwelijk en Irmingard had een grote invloed op haar man. Zij kregen de volgende kinderen:
  • Lotharius (± 795-855), koning van Italië, volgde zijn vader op als keizer en werd koning van het Middenrijk
  • Pepijn (± 797-838), koning van Aquitanië; hij stierf nog vóór het Frankische Rijk in 843 met het Verdrag van Verdun definitief in drie delen werd verdeeld
  • Rotrude (± 800-?), gehuwd met Gerard van Auvergne
  • Bertha, waarvan het geboortejaar onbekend gebleven is
  • Hildegarde, (± 802/804 - 857), tweede echtgenote van Gerard van Auvergne, abdis van Notre Dame en Saint Jean te Laon, steunt Lotharius tegen Karel de Kale
  • Lodewijk (± 806-876), koning van Beieren en na 843 van het Oost-Frankische Rijk.
Na het overlijden van Irmingard is Lodewijk op aandrang van zijn edelen hertrouwd. Na een soort schoonheidswedstrijd trouwde hij 1 februari 819 te Aken met Judith van Beieren. Zij kregen de volgende kinderen:
  • Gisela (ca. 820 - 874), getrouwd met Eberhard van Friuli
  • Karel de Kale (13 juni 823 - 6 oktober 877), koning van het West-Frankische Rijk
  • een onbekende dochter.
Bij zijn minnares Theodelinde van Sens had hij de volgende kinderen:
  • Alpais, (ca. 794 - 852), getrouwd met Bego van Toulouse
  • Arnulf, (geb. 794), graaf van Sens en bondgenoot van Lotharius.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten