Hoewel er van een roman sprake is, dient dit woord niet in de moderne zin te worden opgevat: het oorspronkelijke Roelantslied is in dichtvorm geschreven. Het Roelantslied maakt deel uit van de groep der Frankische of Karelromans, die van gebeurtenissen verhalen die aan Karel de Grote worden toegeschreven. De werkelijkheid zal anders zijn geweest: van de ongeveer zeventig ons bekende Frankische romans bezitten wij er nog een dozijn. De heldendaden zijn, bij elkaar opgeteld, zo talrijk dat ze onmogelijk voor rekening van een enkele vorst en zijn gevolg kunnen komen. In feite zijn de verhalen dan ook gebaseerd op de volksliteratuur over Karel de Grote en de dynastie der Merovingers.
De dode Roelant met zijn zwaard Durandal en zijn olifanthoorn
Karel de Grote is in oorlog met de Saracenen, maar na jarenlange strijd zal de vrede worden getekend. Karel keert daarop aan het hoofd van zijn leger uit Spanje terug naar Frankrijk, waarbij de ridder Roelant en zijn manschappen de achterhoede vormen.
Dan komt het verraad. Roelant wordt in een hinderlaag gelokt in het dal van Roncevaux. Zijn zwager Oliver vraagt hem op zijn hoorn Oliphant te blazen, opdat Karel zal terugkeren om hem bij te staan. Roelant weigert dit uit “heldhaftige dwaasheid” (het Franse origineel, zie beneden, spreekt van “folie héroïque”).
Ten slotte blijft in de ongelijke strijd alleen Roelant over met twee van zijn medestanders. Pas dan blaast Roelant op zijn hoorn, en Karel keert terug om hem bij te staan. Het is te laat: hij treft de ontzielde lichamen van de krijgers aan, dat van Roelant ter aarde liggend, de hoorn onder het lichaam, het gezicht naar Spanje gewend. Zo had Roelant in zijn laatste ogenblikken het tafereel van zijn dood vormgegeven:
Doe leide hij onder hem wale | [Toen legde Roelant onder zich wel (nauwgezet)] |
den horen ende Durendale | [zijn hoorn Olifant en zijn zwaard Durendal] |
Hij bad Gode met zoeter bede | |
dat hijne ten paradijs gelede. | [dat hij hem naar het paradijs geleidde] |
Te Spanien wert keerde hij hem weder | [Spanjewaarts keerde hij zich weer] |
ende viel ruggelinge neder | |
dat niemand en zeggen mochte, | [opdat niemand zou kunnen zeggen] |
Roelant en hadde den strijd volvochten. | [dat Roelant de strijd niet ten einde had gevochten] |
Acht fases van het Roelantslied in één tekening
Scene uit het Roelantslied, veertiende eeuw
De auteur Turold presenteert Roland als Karels neef (oomzegger), en schildert zijn held af als de typische ridder zonder vrees of blaam. Daarbij wordt in dit gedicht voor het eerst “la douce France” als nationale eenheid, als vaderland voorgesteld.
Naar verluidt zongen de Franse soldaten van Willem de Veroveraar het voor de Slag bij Hastings in 1066. Dit epische gedicht moet dan voor 1066 ontstaan zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten