De Geschiedenis van Vlaanderen komt weldra in boekvorm uit. Daarom zijn de 36 delen offline gehaald op vraag van de auteur.
Ik zal proberen een alternatief te bieden, weliswaar in een ander kleedje gegoten.
De Geschiedenis van Vlaanderen loopt van de Romeinse tijd tot het eind van de 14de eeuw wanneer Vlaanderen verdwijnt als zelfstandige staat.
Na deze periode is Vlaanderen achtereenvolgens onder Bourgondische, Habsburgse, Spaanse, Oostenrijkse en Franse bewinden gevallen om in 1830 als Belgisch Vlaanderen te eindigen.

Deze verschillende perioden worden hier uitvoerig besproken.

De Vierde Kruistocht

bestorming Constantinopel

De Vierde Kruistocht (1202-1204) werd oorspronkelijk gestart om het door moslims gecontroleerde Jeruzalem te veroveren door middel van een invasie door Egypte. In plaats daarvan, veroverden de kruisvaarders van West-Europa de christelijke (oosters-orthodoxe) stad Constantinopel, de hoofdstad van het Byzantijnse Rijk, in april 1204. Dit wordt gezien als een van de laatste gebeurtenissen in het Oosters Schisma tussen de Oosters-orthodoxe Kerk en de Rooms-katholieke Kerk.
De kruisvaarders stichtten het Latijnse Keizerrijk en andere "Latijnse" staten in het Byzantijnse grondgebied dat ze veroverd hadden.

File:Gustave dore crusades entry of the crusaders into constantinople.jpg

Na het mislukken van de Derde kruistocht (1189-1192), was er maar weinig interesse vanuit Europa voor een nieuwe kruistocht tegen de moslimwereld. Jeruzalem werd nu geregeerd door de Ajjoebiden, die ook de gebieden van Syrië en Egypte bezaten. Alleen enkele kuststeden waren nog in handen van het Koninkrijk Jeruzalem, waarvan Akko nu de hoofdstad was. De Derde Kruistocht bracht wel een nieuwe kruisvaardersstaat op, die van het Koninkrijk Cyprus.
Paus Innocentius III werd verkozen in 1198 en predikte een nieuwe kruistocht. Zijn oproep werd genegeerd door de meeste edelen in Europa; de Duitsers hadden strubbelingen met de politieke macht in de kerk, en Engeland en Frankrijk waren nog steeds in oorlog met elkaar. Na een preek van Fulco van Neuilly, werd uiteindelijk wel een organisatie opgericht voor een kruistocht door Theobald van Champagne in 1199, tijdens een toernooi te Ecry. Theobald werd ook tot leider van de Vierde Kruistocht benoemd, maar hij overleed in 1200 en werd vervangen door Bonifatius I van Monferrato.

File:Boniface-of-Montferrat.jpg
Bonifatius benoemd tot leider van de kruistocht

Zoals de rest van zijn famlilie, steunde hij Frederik Barbarossa in zijn strijd tegen de Lombardische gemeenten. Na het overlijden van Theobald III van Champagne in 1201, werd Bonifatius gekozen om hem te vervangen als leider van de vierde kruistocht. Omdat het kruisvaardersleger zich zwaar in de schulden had gestoken bij de republiek Venetië om schepen te kopen, ging Bonifatius ermede akkoord om de rebellerende steden Triëst, Moglia en Zara te onderwerpen. De echte leider van de kruistocht werd daardoor de doge Enrico Dandolo en niet langer Bonifatius. Na de val van Konstantinopel in 1204, had Bonifatius de nieuwe keizer moeten worden, maar de Venetianen verkozen Boudewijn VI van Henegouwen. Bonifatius verkreeg bij de verdeling het koninkrijk Thessalonika en Kreta, maar verkocht deze spoedig aan Venetië.

Er werden vervolgens vertrouwelingen gestuurd om in de havensteden Genua, Venetië en wat andere plaatsen te onderhandelen over een overzet- of transportverdrag om zo te worden verscheept naar Egypte. Genua was niet geïnteresseerd, maar Venetië ging in maart 1201 overstag en zegde toe om circa 33.500 kruisvaarders te verschepen. Deze overeenkomst vereiste een jaar van voorbereiding enerzijds voor het aanbouwen van meerdere schepen, en anderzijds voor het trainen van scheepslui om de kruisvaarders over te zetten. Ondertussen werd verdergegaan met rekrutering en werd er een leger van 4.500 ruiters, 9.000 schildknapen en 20.000 infanteristen verwacht.
Het grote gedeelte van het kruisvaardersleger dat in 1201 uit Venetië vertrok kwam uit de diverse gebieden vanuit Frankrijk zoals Blois, Champagne, Amiens, Saint-Pol en Bourgondië.

De kruistocht werd door de Venetiaanse doge, Enrico Dandolo, volledig voor economische en politieke doeleinden benut. Een van de belangrijkste gevolgen van de vestiging van de westerse staatjes in het Oosten was geweest dat de Italiaanse zeemogendheden Venetië, Genua en Pisa er op economisch vlak wel bij voeren door de oprichting van handelskantoren die een bloeiende specerijenhandel onderhielden.

Enrico Dandolo predikt de kruistochten, een 19e-eeuwse gravure van
 
De Vierde Kruistocht, op initiatief van paus Innocentius III, stond onder leiding van Bonifatius van Montferrat, Simon IV van Montfort, de Villehardouins en Boudewijn IX, graaf van Vlaanderen en Henegouwen. Zij veroverden voor Venetië de stad Zara in Dalmatië en gingen in op de voorstellen van een Byzantijnse pretendent om zich te mengen in de troonopvolging te Constantinopel. De kruisvaarders veroverden de stad op 12 april 1204 en verkozen Boudewijn IX tot eerste keizer van het Latijnse Keizerrijk, dat tot 1261 zou standhouden.
Venetië verkreeg ontzaglijke handelsvoordelen en tevens de hegemonie over de Middellandse Zee. Aan de herovering van Jeruzalem dacht men helemaal niet meer. Hoewel in 1261 het Byzantijnse gezag in Constantinopel hersteld werd, was wat er resteerde van het rijk uiteengevallen in een aantal elkaar beconcurrerende vorstendommen. De eenheid zou nooit meer geheel hersteld worden en de onenigheid betekende het begin van het einde voor Byzantium. Ook voor de kruisvaardersstaten was de verzwakking van Byzantium een teken aan de wand. Hoezeer zij ook de Grieken haatten en wantrouwden, hun voortbestaan was niet mogelijk zonder een sterk Byzantium. De Vierde Kruistocht sneed daarmee diep in eigen vlees.

Als de kruisvaarders in het voorjaar van 1202 in Venetië arriveren, blijkt het aantal kruisvaarders van 33.500 niet gehaald te zijn en moet men genoegen nemen met de helft van het genoemde aantal. Wel vertrekken er nog meerdere kruisvaarders uit andere havens, zoals Genua en Marseille. Ook aan de afgesproken afbetaling van 160.000 zilvermarken kan niet worden voldaan, er wordt enkel een betaling gedaan van 85.000 zilvermarken. De doge Enrico Dandolo kon hier geen genoegen mee nemen, maar enkele dagen later bij een kerkelijke ceremonie kwam hij met een voorstel, de kruisvaarders konden hun overige schuld aflossen als ze de havenstad Zara terug konden veroveren op de Kroaten en haar weer in handen gaven van de Republiek Venetië.

De republiek Venetië nam een groot risico om de kruisvaarders te verschepen, want de helft van de bevolking was bezig om de kruisvaarders over te zetten, en dat ging ten koste van de economische bloei. De aanval op Zara duurde van 10 november tot 23 november. De havenstad werd benaderd door 50 voedingstransportboten, 100 paardengaleien en 60 oorlogsschepen, elk gevuld met circa 600 kruisvaarders. De stad Zara werd in dertien dagen tijd aan puin geschoten door 15 katapulten, waarna de kruisvaarders zonder grote problemen de stad konden innemen.

De tempeliers stalen de lijkwade. Dit nieuws is in de Goede Week naar buiten gebracht door het Vaticaan. In 1204 verdween deze doek tijdens de Vierde Kruistocht tijdens de belegering van Constantinopel. Daarna leidde het stuk vereringstextiel een verborgen bestaan tot halverwege de veertiende eeuw. In 1353 werd de lijkwade getoond in een kerk in het Franse Lirey. Daarna ging de lijkwade op tournee door Europa. Pas in de zestiende eeuw werd de lap gekocht door het Huis van Savoie. Hierdoor is ook de link met Turijn – de hoofdstad van Savoie – ontstaan.
 
In het geniep aanbedenZeer onlangs werd bekend dat de tempelridders de lijkwade meenamen en ruim een eeuw lang in het geniep bewaarden en aanbeden. Dit blijkt uit historisch onderzoek door mediëvist Barbara Frale in de geheime archieven van het Vaticaan.
 
Fragment van de lijkwade van Turijn.
Fragment van de lijkwade van Turijn.
 
Kerkelijke rechtbankEén van de bewijzen die Frale aandraagt, is een verslag van de kerkelijke rechtbank. Omdat de tempeliers te rijk en te machtig werden voor Rome, werd de orde verboden. Om het verbod legitiem te maken, moesten er natuurlijk personen worden ondervraagd. Eén van hen was Arnaut Sabbatier, een jonge Franse tempelridder. Hij verklaarde dat hij bij zijn inwijding in de orde naar een geheime plek was gebracht. Daar had hij de lijkwade gezien. Als onderdeel van zijn initiatie moest hij zelfs de voeten van de lijkwade kussen.
 
De tempeliers aanbeden de lijkwade in het geniep.
De tempeliers aanbeden de lijkwade in het geniep.
 
Lekker nieuwsToch wel lekker nieuws, zo in de week voor Pasen. Nu weten we eindelijk waar de lijkwade anderhalve eeuw uithing! Daar zaten we écht op te wachten. Overigens hangt de lijkwade tegenwoordig in de koninklijke kapel in Turijn. Het bezit van de Heilige Stoel wordt niet vaak tentoongesteld. De laatste keer was in 2000. Het gerucht gaat dat de lijkwade in 2010 weer te zien zal zijn.
 
De tempeliers deelden alles met elkaar. Ook hun paarden!
De tempeliers deelden alles met elkaar. Ook hun paarden!
 
Namaak uit de MiddeleeuwenWie niet zo lang kan wachten, kan altijd nog de foto’s bekijken die er van de lijkwade in omloop zijn. In 1898 werd de meest recente foto gemaakt! Leuk detail: in 1988 is er onderzoek uitgevoerd naar de ouderdom van de lijkwade. Met koolstofdatering is vastgesteld dat het Turijnse textiel namaak moet zijn uit de Middeleeuwen. Later is dit weer in twijfel getrokken, omdat het stukje doek dat gedateerd is, afkomstig zou zijn van een deel van de lap dat in de Middeleeuwen is opgelapt. Hoe dan ook: er is discussie volop rondom de lijkwade!
 
 
 
de moord op Filips van Zwaben
 
Ondertussen bezocht Bonifatius van Monferrato zijn neef Filips van Zwaben, die in het gezelschap verkeerde van Alexios IV Angelos, deze was gevlucht uit het Byzantijnse Rijk wegens een coup op de troon van zijn vader Isaäk II Angelos. Hij bood 10.000 man voor de kruistocht, een overzetting naar Egypte, plus 500 man om het Koninkrijk Jeruzalem te versterken. In ruil daarvoor moest Bonifatius ervoor zorgen dat hij Alexios III Angelos van de troon kreeg en van de Grieks-orthodoxe kerk een Rooms-katholieke kerk maakte in het Byzantijnse Rijk. Bonifatius ging in overleg met de andere kruisvaartleiders en ze kwamen tot de conclusie dat het Byzantijnse Rijk tijdens alle voorgaande kruistochten al een vijandige houding had ten opzichte van de westerlingen. Vanuit Zara trok de hele vloot naar Korfoe en hield zich daar enige tijd op. Ook de Venetianen hadden tegenslagen gekend onder het bewind van de Byzantijnen en bleven de kruisvaarders ondersteunen. Vanuit Korfoe vertrok de gehele vloot naar Constantinopel, daar werden 300 belegeringstorens en katapulten in stelling gebracht om de stad onder vuur te nemen.


Om de stad te bereiken moesten de kruisvaarders de Bosporus overvaren, dit werd gedaan door 200 schepen en galeien. Keizer Alexius III had zijn leger langs de noordelijke oever geplaatst om de invallers af te weren. Uiteindelijk konden enkele paardentransporten de oever bereiken en stoten de ridders te paard het land op, waardoor de Byzantijnse infanteristen naar de zuidelijke oever moesten vluchten. De kruisvaarders konden volgen tot aan de toren van Galata, de Byzantijnen leken te overwinnen maar nadat ze hergroepeerden konden de kruisvaarders hen naar binnen volgen en was de toren enkele uren later ingenomen, zodat ook de Venetianen met hun vloot de stad in konden varen.


Op 11 juli stationeerden de kruisvaarders zich nabij paleis Blachernae op het noordwestelijk kwartier van de stad en namen daar hun posities in. Het beleg op de stad werd ingezet op 17 juli, waarbij vier divisies de muren aan de landzijde aanvielen, terwijl de Venetianen de muren aan de zeezijde onder vuur namen, deze sectie van de muur bevatte 25 torens. Bij de stadsmuren wisten de Byzantijnen stand te houden, maar aan de oeverzijden brak er een groot spervuur uit waardoor de Venetianen moesten vluchten, 120 hectare grond van de stad werd in de as gelegd. Alexius III nam dan uiteindelijk het besluit om 17 divisies aan te voeren naar de Sint-Romanuspoort, wat de kruisvaarders in de minderheid zou brengen (8000 man tegenover 3500 kruisvaarders), maar Alexius wist zijn moed niet door te zetten en het leger trok zich zonder enig gevecht weer terug naar de stad. Het resulteerde erin dat de bevolking zich tegen haar keizer Alexius III keerde waardoor hij moest vluchten. De enorme brand zorgde voor 20.000 daklozen, prins Alexius IV werd op de troon gezet samen met zijn blinde vader Isaac.

Alexios IV kon echter zijn beloftes aan de kruisvaarders, die verantwoordelijk waren voor het uitbreken van een grote brand, niet waarmaken. In zijn pogingen om eraan te voldoen, joeg hij de bevolking tegen zich in het harnas en uiteindelijk vermoordde een hoveling Alexios IV en besteeg de troon als Alexios V. De kruisvaarders eisten dat Alexios V de beloftes van zijn voorganger inwilligde, maar deze weigerde. De kruisvaarders vielen hierop de stad aan. Er volgden enkele dagen van hevige gevechten, vooral met de Varjagen, Alexios V nam de vlucht en Constantijn XI Laskaris werd tot keizer uitgeroepen maar diezelfde nacht, 12 april, namen de kruisvaarders Constantinopel in.
Op 12 april 1204 was het weer eindelijk gunstig voor de kruisvaarders. Een sterke noorderwind maakte het de Venetiaanse schepen mogelijk dicht bij de muren te komen. Na korte strijd slaagden ongeveer 70 man van de kruisvaarders in de stad door te dringen. Een aantal van hem slaagden erin gaten in de muur te slaan waardoor meer van hen de stad in konden kruipen en de Venetianen slaagden er ook ondanks verbitterde tegenstand van de Varjagen in over de muren te klimmen. De kruisvaarders namen daarna de Blachernae in in het noordwesten van de stad en van daaruit vielen zij de rest van stad aan. Zij trachtten daarbij zich opnieuw te verdedigen met een vuurwal maar daarbij legden ze een nog groter deel van de stad in de as. Deze tweede brand maakte 15.000 mensen dakloos.

File:PriseDeConstantinople1204PalmaLeJeune.JPG
Gedurende drie dagen onderwierpen zij de stad aan verschrikkelijke plunderingen. De verliezen aan overblijfselen uit de Byzantijnse en Romeinse tijd, of nog daarvoor zijn moeilijk te becijferen. De grootse Bibliotheek van Constantinopel werd verwoest. Ook de heiligdommen van de stad moesten het ontgelden ondanks alle gezworen eden en dreigende excommunicatie van de Paus die gepoogd had de inname te voorkomen. Zijn schrijven werd echter onderschept door leden van de clerus die andere plannen hadden. De totale buit wordt geschat op de fabelachtige som van 900.000 zilvermarken. 150.000 daarvan werd gebruikt om de schulden aan de Venetianen af te betalen. De kruisvaarders kregen maar 50.000, hoewel nog 100.000 gelijkelijk tussen Venetianen en kruisvaarders verdeeld werd. Waar de overige 500.000 bleef is niet helemaal duidelijk, waarschijnlijk werd het verdonkeremaand door individuele kruisvaarders.

Constantijn XI

De kruisvaarders stichtten vervolgens het Latijnse Keizerrijk, maar kregen nooit het gehele Byzantijnse Rijk in hun macht. De gevluchte Byzantijnse adel stichtte een regering in ballingschap in Nicea onder de broer van Constantijn XI. Er waren echter anderen die de Byzantijnse erfenis opeisten. Enige tijd voor de val van de stad had een telg uit het Komnenen-geslacht dat eerder de keizerskroon gedragen had met Georgische hulp Trebizonde ingenomen en ook in Epirus ontstond een opvolgerstaat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten