Na de dood van zijn vader, Jan zonder Vrees, volgde Filips hem op in het hertogdom Bourgondië en in de graafschappen Vlaanderen en Artesië (Artois). Tijdens zijn bestuur verwierf hij vervolgens het graafschap Namen (1429), de hertogdommen Brabant en Limburg door erfopvolging van Filips van Saint-Pol (1430), de graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen (1433) alsook het hertogdom Luxemburg (1451).
Na de moord op zijn vader wendde hij zich af van Frankrijk en begon zich na de indrukwekkende expansie van zijn rijk tijdens het bewind van zijn vader te richten op de interne consolidatie van zijn gebieden. In zijn rol als heer van de Nederlandse gewesten voerde hij veel hervormingen door die het bestuur over zijn gebied moesten vergemakkelijken. Vooreerst begon hij aan de invoering van een centraal bestuur voor alle Nederlandse gewesten, alsmede een centrale rechtspraak (de Grote Raad) en een centrale inning van belastingen in de vorm van één enkele som voor het hele gebied, die door de gewesten opgebracht werd volgens een door henzelf vast te stellen verdeelsleutel. Om dit centraal overleg mogelijk te maken, stelde Filips de eerste Staten-Generaal in. Hun eerste belangrijke bijeenkomst was in het jaar 1464 in Brugge. Deze vergadering ging de geschiedenis in als de eerste van de Staten-Generaal. Deze centrale instellingen van Filips legden de basis voor de Nederlanden als land (als groter geheel dan alleen de afzonderlijke gewesten) door de gewesten te confronteren met het feit dat ze gezamenlijke belangen hadden tegenover één enkele vorst.
In 1453 versloeg hij de Gentenaars tijdens de slag bij Gavere.
In 1454 nam hij na de val van Constantinopel het kruis aan tijdens het banket van de fazant waar de aanwezigen de beroemde Vœu du faisan (Eed bij de fazant) zwoeren, mogelijk om de nederlaag van zijn vader tijdens de Slag bij Nicopolis van 1396 te wreken. In de eerste vergadering van de Staten-Generaal werd het regentschap besproken tijdens de afwezigheid van Filips, maar voor hij op kruistocht kon vertrekken, zakte hij in 1465 weg in seniliteit en zijn zoon Karel de Stoute nam van toen af aan de staatszaken waar.
Wapen als hertog van Bourgondië na 1430
- Eerste huwelijk in 1409 met Michelle van Valois (1395-1422), dochter van Karel VI van Frankrijk en van Isabella van Beieren,
- Tweede huwelijk in 1424 met Bonne van Artesië (1396-1425), dochter van Filips van Artesië en van Maria van Berry,
- Derde huwelijk op 7 januari 1430 te Sluis met Isabella van Portugal (1397-1472). Zij kregen drie kinderen:
- Antoon (Brussel, 30 september 1430 – Brussel, 5 februari 1432)
- Josse (Gent, 24 april 1432 - na 6 mei 1432)
- Karel de Stoute (1433-1477).
- Corneille van Bourgondië (c. 1420 - 1452), ook gekend als Cornelis van Beveren, gedood bij de slag van Bazel (1452);
- Antoine van Bourgondië (1421 - 5 mei 1504), graaf van La Roche, Sainte-Menehould, Guînes, heer van Crèvecoeur en Beveren;
- David van Bourgondië, (c. 1427 - 1496) die bisschop van Utrecht werd;
- Anna van Bourgondië (c. 1435 - 1508), gouvernante van Maria van Bourgondië, gehuwd met Adriaan van Borssele en later met Adolf van Kleef-Ravenstein;
- Raphaël van Bourgondië ook genoemd Raphaël de Marcatellis, (c. 1437 - 1508), abt van de Sint-Baafsabdij te Gent en van de Sint-Pietersabdij te Oudenburg;
- Boudewijn van Bourgondië (c. 1446 - 1508), heer van Fallais, Peer, Boudour, Sint-Annaland, Lovendegem, Zomergem en Fromont;
- Filips van Bourgondië (1464 - 1524), Bisschop van Utrecht
Diplomatiek ging Filips de Goede veel voorzichtiger te werk dan Jan zonder Vrees of zijn opvolger, Karel de Stoute. Hoewel hij handig gebruik maakte van de tweestrijd tussen Engeland en Frankrijk gedurende de Honderdjarige Oorlog nam hij zelden direct deel aan het conflict. In een campagne tegen Compiègne arresteerde hij Jeanne d'Arc, die hij uitleverde aan de Engelsen. Uiteindelijk dwong hij in 1435 de Franse koning tot verzoening in de Vrede van Atrecht. In 1436 besloot hij tot het beleg van Calais om deze stad op de Engelsen te veroveren, maar moest zijn pogingen staken.
Zijn verdere expansiepolitiek was vooral gebaseerd op erfenissen en het opkopen van titels. Een eenmalige ingreep in de Hoekse en Kabeljauwse twisten zorgde ervoor dat Filips bij de Zoen van Delft zowel Holland, Zeeland als Henegouwen kon annexeren op Jacoba van Beieren.
Jacoba van Beieren
Het Bourgondische rijk omvatte de dichtstbevolkte en de rijkste gebieden van West-Europa. Niet toevallig liet Filips de Goede zich dan ook noemen als de "grand duc du ponant" (grote hertog van het westen), om hierbij zijn onafhankelijkheid de facto van Frankrijk te beklemtonen. Hoewel de burgers in de steden zich door hun economische macht steeds meer privileges begonnen toe te eigenen profiteerde de aristocratie op extravagante wijze mee van de rijkdom van zijn hof, dat zich uitte in verbijsterend hoge uitgaven aan kleding en stoffen of kunstvoorwerpen. Naar het schijnt zou het hof van Filips de Goede in de periode 1444-1446 tot 2% van de inkomensbegroting (recette générale) hebben gespendeerd in de aankoop van goudbeklede stof en zijde. De Orde van het Gulden Vlies blonk uit in het houden van grootse festiviteiten, waarvan de meest legendarische wel het Banket van de Fazant moet worden beschouwd, waarin Filips de Goede zou verklaard hebben op kruistocht te trekken tegen het Ottomaanse rijk, als vergelding voor de Val van Constantinopel en het falen van een vorige expeditie onder leiding van zijn vader, Jan zonder Vrees. Filips de Goede bouwde schitterende paleizen (Coudenberg te Brussel, Palais des ducs in Dijon) en profileerde zich als mecenas voor de culturele revolutie die zich ontwikkelde in deze contreien. Hoewel Filips de Goede zelf eerder een voorstander was van wandtapijten, bereikte de schilderkunst onder Van Eyck en Rogier van der Weyden een hoogtepunt. De Bourgondische school ontstond uit een elite van musici (Gilles Binchois, Robert Morton, en later Guillaume Dufay) die dienden in de hofkapel van de hertogen.
Filips de Goede krijgt het Remissorium Philippi, een register van het archief van de Hollandse graven, waarmee hij goed inzicht kreeg in de talloze privileges die in Holland en Zeeland van kracht waren.
Filips de Goede stierf te Brugge op 15 juni 1467, en liet de hele stad in rouw. Een rouwstoet en 20.000 toeschouwers zouden hem begeleiden naar de Sint-Donaaskerk, waar hij ceremonieel en onder ongeziene pracht en praal werd begraven voor het altaar. In 1476 besliste Karel de Stoute om het stoffelijk overschot van zijn vader, naar diens uitdrukkelijke wens, over te brengen naar het Paleis van de hertogen van Bourgondië in Dijon. Enkel het hart en ingewanden, die reeds apart werden bewaard, zijn achtergebleven in Brugge, tot op het moment van de afbraak van de kathedraal van Sint-Donaas te Brugge in 1799. In 2005 eindigde hij op nr. 56 in de Vlaamse versie van De Grootste Belg.
Titels
- 28 januari 1405 – januari 1431, 5 februari 1432 – april 1432 en augustus 1432 – november 1432 graaf von Charolais als Filips II
- 10 september 1419 – 15 juni 1467 hertog van Bourgondië als Filips II
- 10 september 1419 – 15 juni 1467 graaf van Artois/Artesië als Filips V
- 10 september 1419 – 15 juni 1467 paltsgraaf van Bourgondië als Filips V
- 10 september 1419 – 15 juni 1467 graaf van Vlaanderen als Filips III
- 10 september 1419 - 15 juni 1467 heer van Mechelen als Filips II
- 1 maart 1429 – 15 juni 1467 markgraaf van Namen als Filips IV
- 4 augustus 1430 – 15 juni 1467 hertog van Brabant en hertog van Neder-Lotharingen als Filips II
- 1433 – 15 juni 1467 hertog van Limburg als Filips II
- 1433 – 15 juni 1467 graaf van Henegouwen als Filips I
- 1433 – 15 juni 1467 graaf van Holland en Friesland als Filips I
- 1433 – 15 juni 1467 graaf van Zeeland als Filips I
- 20 september 1435 – 15 juni 1467 graaf van Auxerre
- 20 september 1435 – 15 juni 1467 graaf van Mâcon
- 20 september 1435 – 15 juni 1467 graaf van Boulogne
- 20 september 1435 – 15 juni 1467 graaf van Ponthieu
- 20 september 1435 – 15 juni 1467 graaf van Vermandois
- 1443 – 15 juni 1467 hertog van Luxemburg als Filips I
Geen opmerkingen:
Een reactie posten