De Geschiedenis van Vlaanderen komt weldra in boekvorm uit. Daarom zijn de 36 delen offline gehaald op vraag van de auteur.
Ik zal proberen een alternatief te bieden, weliswaar in een ander kleedje gegoten.
De Geschiedenis van Vlaanderen loopt van de Romeinse tijd tot het eind van de 14de eeuw wanneer Vlaanderen verdwijnt als zelfstandige staat.
Na deze periode is Vlaanderen achtereenvolgens onder Bourgondische, Habsburgse, Spaanse, Oostenrijkse en Franse bewinden gevallen om in 1830 als Belgisch Vlaanderen te eindigen.

Deze verschillende perioden worden hier uitvoerig besproken.

maandag 8 oktober 2012

De Bourgondische tijd

De Bourgondische tijd is de periode waarin een groot deel van de Lage Landen werden geregeerd door de hertogen van Bourgondie, die verschillende afzonderlijke gebieden bijeenvoegden en tot een grotere eenheid begonnen te maken. Deze periode begon in 184 en eindigde in 1482, toen de regering overging naar de vorsten uit het huis Habsburg.

Bourgondische gebieden en toevoegingen vanaf 1465
 
Oorsprong
Als begin van de Bourgondische Nederlanden geldt het jaar 1384, toen hertog Filips de Stoute de graafschappen Vlaanderen en Artesie verwierf.

Filips de Stoute (1342-1404) was een prins uit de Franse koninklijke dynastie van het Huis Valois en was tevens hertog van Bourgondië. Zijn vader was koning Jan II van Frankrijk en Filips' oudere broer was de latere Franse koning Karel V de Wijze. Philips was in 1369 te Gent in het huwelijk getreden met Margareta van Male, de enige dochter en erfgename van de Vlaamse graaf Lodewijk van Male, die op30 januari 1384 overleed.


Vooral de kleinzoon van Filips de Stoute, hertog Filips de Goede (1396-1467) wist, na de moord op zijn vader Jan Zonder Vrees in 1419, meerdere gewesten te verwerven, meestal op vreedzame manier door middel van huwelijk, erfenis of afkoop:
  • In 1421 het graafschap Namen door aankoop van Jan IV van Brabant
  • In 1430 de hertogdommen Brabant en Limburg na de dood van Filips van Saint-Pol door een besluit van de Staten van Brabant
  • In 1433 de graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen na afstand door Jacoba van Beieren, dochter van graaf Willem VI, met de zogeheten Zoen van Delft
  • In 1442 de heerlijkheid West Friesland, verbonden aan het Graafschap Holland
  • In 1443 het hertogdom Luxemburg na de dood van zijn kinderloze nicht Elisabeth van Gorlitz

Filips de Goede verzekerde zich bovendien van de controle over de prinsbisdommen van Luik, Utrecht en Kamerijk. Daarom gaf humanist en historicus Justus Lipsius hem later het Epitheton: Conditor Belgii.
In 1430 stichtte Filips de Goede de exclusieve Orde van het Gulden Vlies om daarmee zijn dynastie nog meer aanzien te verlenen. Enkele symbolen van deze orde, met name het Bourgondische Kruis en de vuurslag, zouden ook staatkundige symbolen van de Bourgondische en later de Habsburgse Nederlanden worden.
de vuurslag
Bourgondische Kruis

Betekenis
Deze vereniging was slechts een personele unie. Elke provincie bleef een autonome landsheerlijkheid met eigen instellingen, rechten en tradities.
De vorst regeerde de provincie met de hulp van de zogeheten Staten-Provinciaal. In deze instelling waren er drie standen, adel, geestelijkheid en steden, vertegenwoordigd. Aanvankelijk werden zij slechts in financiële zaken (innen van belastingen) door de vorst geraadpleegd. De vorst kon evenwel ook in andere domeinen hun mening vragen.

Centraal bestuur
Ondanks regionaal verzet slaagde Filips de Goede er in een centraal bestuur uit te bouwen. Daartoe richtte hij vooreerst, naar Frans voorbeeld, de hertogelijke hofraad op. Deze bestond uit hoge edelen en geestelijken die de hertog adviseerden over alle belangrijke staatszaken. Ook fungeerde deze raad als hoogste hof van beroep voor alle Bourgondische gewesten.
Om gemakkelijker zijn wil te kunnen opdringen en om tijd te winnen, liet hij de vertegenwoordigers van de verschillende provincies samenroepen in één enkele vergadering: de Staten-Generaal (1463). Deze bestond uit vertegenwoordigers van de Staten-Provinciaal.
In navolging van het principe vervat in de Blijde Inkomst (1356) bestond hun belangrijkste bevoegdheid in de medezeggenschap over de inning van de belastingen, maar de zaken van algemeen belang konden ook besproken worden. De periodiciteit van hun vergaderingen was echter onregelmatig en niet alle provinciën werden op elk van hun vergaderingen uitgenodigd. Tot het einde van de 16de eeuw hadden deze vergaderingen plaats. Daarna verloren zij veel van hun belang en vielen hun activiteiten vrijwel volledig stil.

De politiek van Karel de Stoute

 
                                                                                                                       Karel de Stoute (1433-1477), getrouwd met Margaretha van York en zoon van Filips de Goede, zette na 1467 de centralisatiepolitiek van zijn vader verder door. Zo bracht hij de drie bestaande Rekenkamers (Rijsel, Brussel en Den Haag) samen in één enkele te Mechelen. De rechtsprekende bevoegdheid koppelde hij los van de Grote Raad en vertrouwde die toe aan het Parlement van Mechelen, later opnieuw de Grote Raad van Mechelen.
Het prinsbisdom Luik werd op bloedige wijze onderworpen. Het volk kwam er driemaal in opstand tegen de door Filips de Goede aangestelde prins-bisschop Lodewijk van Bourbon (Luikse Oorlogen). De stedelijke milities, waaronder de 600 Franchimontezen, werden daarop afgeslacht,en in de maas gegooid, en vele plaatsen in het prinsbisdom werden verwoest.

In 1471 richtte hij de Bourgondische Ordonnantiebenden op als staand leger ter ontlasting van zijn leenmannen. Twee jaar later mislukte een poging om van Bourgondië een zelfstandig koninkrijk te maken door een veto van de Duitse keizer Frederik III.

keizer Frederik III.
 
Generaties lang samenleven in de Bourgondische statenbond, met overkoepelende instellingen, samen in oorlog of in vrede, deed een supranationaal samenhorigheidsgevoel ontstaan. Boven de Henegouwse en Brabantse en Hollandse vaderlandsliefde kiemde er dus ook een Bourgondisch samenhorigheidsgevoel, dat later ook Nederlands of in het Latijn Belgisch genoemd werd.

Het hertogdom gaat verloren
 
Maria van Bourgondie                          Maximiliaan van Oostenrijk
                                                   
Op 5 januari 1477 sneuvelde hertog Karel de Stoute in de slag bij Nancy en ging een groot deel van het Franse bezit van de Bourgondiërs, waaronder het hertogdom zelf, verloren aan de Franse kroon. Zijn enige erfgenaam was zijn dochter Maria van Bourgondie, die op 19 augustus 1477 trouwde met Maximiliaan van Oostenrijk. Hierdoor kwamen de overgebleven Bourgondische gebieden onder de soevereiniteit van het Huis Habsburg en worden sindsdien de Habsburgse Nederlanden genoemd.
Maria van Bourgondië overleed in 1482 en werd opgevolgd door haar zoon Filips de Schone (1478-1506). Omdat hij nog minderjarig was trad zijn vader Maximiliaan I van Oostenrijk op als regent. Bij zijn meerderjarigverklaring in 1484 nam Filips zelf het bewind in handen.

Graftombe van Maria van Bourgondie
 
 
Filips de Schone

Filips de Schone en zijn zoon Karel V maakten nog geruime tijd aanspraak op het hertogdom en bleven daarom de titel hertog van Bourgondië voeren. De Franse koning wist Filips bij het Verdrag van Parijs van 1498 te dwingen afstand te doen van deze aanspraken en Karel V deed dat op zijn beurt bij de Damesvrede van Kamerijk van 1529.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten