De Geschiedenis van Vlaanderen komt weldra in boekvorm uit. Daarom zijn de 36 delen offline gehaald op vraag van de auteur.
Ik zal proberen een alternatief te bieden, weliswaar in een ander kleedje gegoten.
De Geschiedenis van Vlaanderen loopt van de Romeinse tijd tot het eind van de 14de eeuw wanneer Vlaanderen verdwijnt als zelfstandige staat.
Na deze periode is Vlaanderen achtereenvolgens onder Bourgondische, Habsburgse, Spaanse, Oostenrijkse en Franse bewinden gevallen om in 1830 als Belgisch Vlaanderen te eindigen.

Deze verschillende perioden worden hier uitvoerig besproken.

dinsdag 28 februari 2012

de Frankische Burgeroorlog


Slag bij Compiègne
Onderdeel van de Frankische Burgeroorlog
Blason ville fr Compiègne (Oise).svg
Datum26 september 715
LocatieCompiègne
ResultaatNeustrische Frankische overwinning
Strijdende partijen
Austrasische FrankenNeustrische Franken
Commandanten
TheudoaldRaganfrid
De Slag bij Compiègne werd gestreden op 26 september 715 in het Picardische Compiègne en was de eerste echte slag van de Frankische Burgeroorlog die volgde op de dood van Pepijn van Herstal, hertog van de Franken, op 16 december 714.
Dagobert III had Raganfrid als hofmeier benoemd - dit in strijd met de keuze van Pepijn die zijn kleinzoon Theudoald als opvolger had aangeduid. Hierop stuurde Plectrudis, de weduwe van Pepijn, haar kleinzoon Theudoald met een leger naar het zuiden om Dagobert op andere gedachten te brengen. Nabij Compiègne wordt deze echter opgewacht door een leger onder leiding van de nieuwe hofmeier Raganfrid. In de veldslag die hierop volgt wordt Theudoald verslagen waarna hij naar zijn grootmoeder Plectrudis in Keulen vlucht.
Volgens Liber Historiae Francorum verloor Theudoald zijn "onschuldig leven" spoedig daarna, maar andere bronnen wijzen erop dat hij nog vele jaren heeft geleefd; het is dus niet duidelijk wat er verder van Theudoald geworden is. Het vervolg is echter wel duidelijk: Karel Martel, de bastaardzoon van Pepijn, ontsnapte spoedig hierna uit de gevangenis van Plectrudis en verzamelt zijn eigen schare aanhangers. Wanneer Dagobert III kort daarop sterft, herbenoemt de nieuwe koning Chilperik II Raganfrid, wiens macht door de adel van Neustrië wordt bevestigd, terwijl de magnaten van Austrasië Karel Martel verkiezen. Plectrudis achtergebleven in Keulen ziet haar plannen doorkruist en zo wordt de oorlog een 3-richtingsconflict.

De inval van de Friese koning Radboud

De Friese koning Radboud maakte slim gebruik van de burgeroorlog die in het Frankische Rijk woedde. Raganfrid had Radboud overgehaald tot een bondgenootschap en Radboud wist al snel de voormalige Friese gebieden te heroveren, gebieden die hij na een verloren oorlog in 690 aan de Franken was kwijtgeraakt. Hij bezette de monding van de Rijn en volgde met zijn leger de rivierloop stroomopwaarts, richting de hoofdstad van Austrasië, Keulen. In 716 kwamen de Friezen tegenover Karel Martel te staan bij de Slag bij Keulen, Karel beschikte echter slechts over een haastig bijeengeroepen leger en werd verslagen.

koning Radboud weigerd de doop

De Friese koning Radboud maakte in 714 op slimme wijze gebruik van de situatie, die was ontstaan
Slag bij Keulen
Datum716
LocatieKeulen
ResultaatOverwinning van de Friezen
Strijdende partijen
Neustriërs
Friezen
Austrasiërs
Commandanten
RadboudKarel Martel
vanwege interne strubbelingen binnen het Frankische Rijk. Na de dood van hofmeier Pepijn van Herstal was daar namelijk een opvolgingsoorlog (Frankische Burgeroorlog) ontstaan. Raganfrid, een Frankische hoofdeling die door de Neustriërs als hofmeier gekozen was, probeerde daarbij Radboud over te halen tot een bondgenootschap. Deze had hier wel oren naar en sloeg dadelijk toe door eerst de voormalige Friese gebieden te heroveren. Deze had hij na de verloren oorlog in 690 aan de Franken moeten afstaan. Hij bezette de monding van de Rijn en volgde met zijn leger de rivierloop stroomopwaarts, richting de hoofdstad van Austrasië, Keulen.
Voor de muren van Keulen vonden de Friezen een nieuwe Frankische leider tegenover zich. Deze leider was Karel Martel, bastaardzoon van Pepijn, die de Austrasiërs als hofmeier benoemd hadden. Het Frankische leger was haastig bijeengeroepen en was geen partij voor de Friezen. In de slag die kort erop volgde zou het leger van Radbouds bondgenoten Raganfrid en Chilperik verrassend genoeg wel door Karel Martel verslagen worden. Dezen werden nu gedwongen de vrede af te kopen in ruil voor geld en rijke giften. Het leger van Radboud was toen al weer vertrokken naar Friesland. Als overwinnaar en overladen met buit keerde Radboud daar terug.

Bonifatius wordt vermoord

Koning Radboud had met deze overwinning het hoogtepunt van zijn macht bereikt. Hij maakte Utrecht opnieuw tot zijn hoofdstad en joeg de christelijke predikers, onder wie Bonifatius, uit zijn rijk. Tevens bereikte het Friese Rijk met deze overwinning zijn grootste uitbreiding.
In de Annales Mettenses, de meest volledige bron over de Slag bij Amel, wordt na de verwikkelingen die voortvloeiden uit de inval van de Friese koning, niets meer vernomen over de zegevierende Radboud na diens overwinning op Karel Martel. Zijn vermeende betrokkenheid bij de slag is ontleend aan een terloopse opmerking in de Passio Agilolfi (geschreven in de 11e eeuw) over Redboud als bondgenoot van Ranganfred.

Later dat jaar kwam het opnieuw tot een treffen tussen de belangrijkste opponenten in de Slag bij Amel. Dit keer wist Karel Martel de Neustriërs, onder leiding van Chilperik II en Raganfrid, te verslaan. De tactiek die Karel hier toepaste was een geveinsde terugtocht om zo zijn tegenstanders mee te lokken naar een voor hem strategisch gunstigere locatie om dan aan te vallen, een tactiek die later ook door de Mongolen succesvol zou worden toegepast.

De Slag bij Amel of de Slag bij Amblève is een veldslag uit de Frankische Burgeroorlog. De veldslag vond plaats in 716, nabij Amel (in de noordelijke Ardennen, in het Duitstalige deel van het huidige België). In dit gewapende treffen versloeg de hofmeier van Austrasië, Karel Martel, zijn Neustrische rivalen: koning Chilperik II met zijn hofmeier Raganfrid. Voor Karel Martel was het zijn eerste belangrijke overwinning. Na de Slag bij Amel zou hij in de resterende vijfentwintig jaar van zijn leven (tot zijn dood in 741) tegen een grote verscheidenheid aan tegenstanders nooit meer een veldslag verliezen.

Slag bij Amel
Onderdeel van de Frankische Burgeroorlog
Datum716
LocatieAmel
ResultaatAustrasische overwinning
Strijdende partijen
Austrasische FrankenNeustrische Franken
Commandanten
Karel MartelChilperik II
Raganfrid
Troepensterkte
500
In deze veldslag liet Martel voor het eerst zien dat hij over uitstekende militaire kwaliteiten beschikte. Na zijn nederlaag in de Slag bij Keulen had Martel zijn troepen verzameld in het Eifelgebergte en wachtte op een gelegenheid om het terugtrekkende leger van zijn rivalen aan te vallen. Zijn manschappen vielen het veel grotere leger van Chilperik II en zijn bondgenoten aan terwijl deze in de middag aan het rusten waren. Toen de verdediging zich had georganiseerd, fingeerde Karel Martel een terugtocht. Zijn tegenstanders achtervolgden hem en liepen zo in een door Karel Martel gelegde hinderlaag. De strijd was snel beslist, al konden Chilperik en Raganfrid nog net op tijd wegkomen.
Een gefingeerde terugtocht was sinds de oudheid niet meer vertoond in West-Europa. Dit vergt een goede voorbereiding en verkenning van het terrein, een goed georganiseerd en geleid leger, en vooral een perfecte timing. Met deze veldslag liet Karel voor het eerst zijn militaire genie zien.

Slag bij Vincy
Nadat Chilperik II en Raganfrid de Slag bij Amel verloren hadden, gingen ze terug naar Neustrië. Karel, een tactisch wonder, ging ze niet meteen achterna maar breidde zijn leger uit en bereidde zich goed voor voordat hij zijn tegenstanders achternaging. Hij koos zelf de plaats en tijd van de slag uit en op 21 maart 717 kwam het tot een treffen in de Slag bij Vincy, vlak bij het hedendaagse Kamerijk. Hij versloeg zijn tegenstanders wederom en achtervolgde ze naar Parijs. Hoewel Chilperik II en Raganfrid eigenlijk compleet waren verslagen kwam het toch nog tot een volgend treffen.

De laatste veldslag van de Frankische Burgeroorlog was de Slag bij Soissons in 718. Na hun nederlaag bij de Slag bij Vincy gingen Chilperik II en Raganfrid een verbond aan met Odo van Aquitanië, de hertog van Aquitanië, en gingen zij richting Soissons. Karel had dit echter verwacht en stond ze op te wachten met een ervaren leger, waarvan velen hem nog lang zouden dienen. Karels leger versloeg zijn tegenstanders makkelijk waarna ze zich overgaven en Karel Martel de feitelijke machthebber van het gehele Frankische Rijk werd.

De Slag bij Soissons (718) was de laatste grote veldslag van de Frankische Burgeroorlog die uitbrak tussen de opvolgers van Pepijn van Herstal. Na Pepijns dood in december 714 begon de oorlog over de opvolging tussen zijn kleinzoon en opvolger Theudoald, zijn weduwe Plectrudis, zijn bastaardzoon Karel Martel, zijn opvolger als hofmeier in Neustrië Raganfrid en de nieuwe koning Chilperik II. Raganfrid en Chilperik hadden veel succes in het begin terwijl Plectrudis en Theudoald al snel van het strijdtoneel verdwenen. Karel Martel wist de oorlog in zijn voordeel te keren en dwong zijn tegenstanders zich over te geven.
Na hun nederlaag in de Slag bij Vincy gingen Chilperik en Raganfrid een verbond aan met Odo van Aquitanië, de hertog van Aquitanië, en gingen zij richting Soissons. Karel had dit echter verwacht en stond ze op te wachten met een ervaren leger, waarvan velen hem nog lang zouden dienen. Karels leger versloeg zijn tegenstanders makkelijk waarna ze zich overgaven en Karel Martel de feitelijke machthebber van het gehele Frankische Rijk werd.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten